h

Motie Hermelenweg

9 april 2006

Motie Hermelenweg

Hoewel de Hermelenweg gedurende de spitsuren is afgesloten voor doorgaand verkeer, is de overlast die wordt ervaren door de bewoners als gevolg van vrachtverkeer en sluipverkeer nog steeds onacceptabel hoog. Daarnaast levert dit sluipverkeer verkeersonveilige situaties op voor zowel bewoners als langzaam verkeer. In de beantwoording op de zienswijzen van indieners stelt het college dat in het kader van het planproces duurzaam veilige inrichting binnenkort wordt gekeken naar het gebied ten oosten van de Vecht. De Hermelenweg wordt daarbij meegenomen. Er wordt dan gekeken welke aanvullende verkeersmaatregelen wenselijk en acceptabel zijn. Echter, er wordt direct een voorbehoud gemaakt, omdat wordt gesteld dat dit binnen de beschikbare financiële middelen moet worden gerealiseerd. De SP wil met onderstaande motie aangeven dat een oplossing gewenst is. Zijn de financiële kaders te krap, dan dient de wethouder hiermee terug te komen naar de Raad. Daarnaast is de gebruikelijke monitoring (1x per 5 jaar) volgens de SP onvoldoende.

De raad van de gemeente Zwolle in vergadering bijeen op 10 april 2006.

Overwegende dat:
• De inrichting en bestemming van de Hermelenweg niet bedoeld is als hoofdontsluitingsweg maar als erftoegangsweg en route voor langzaam verkeer (w.o. schoolgaande fietsende jeugd);
• Door sluipverkeer (van vrachtwagens en auto‘s) de bewoners en het langzame verkeer bloot worden gesteld aan vele verkeersonveilige situaties;
• Het massale vrachtverkeer een grote belasting betekent voor de woonhuizen aan de Hermelenweg als het gaat om geluidsbelasting en trillingen;

Van mening dat:
• Problemen als het gaat om handhaving (gebrek aan capaciteit) geen reden mogen zijn om verkeersonveilige situaties zonder meer te laten voortbestaan;
• De beantwoording op ingediende zienswijzen onvoldoende getuigen van een constructieve oplossing;

Verzoekt de SP het college:
• In overleg met de bewoners tot passende oplossingen te komen om het sluipverkeer te weren;
• Over te gaan tot een hogere frequentie in het monitoren van de verkeersontwikkeling (in plaats van 1x per 5 jaar zoals gebruikelijk het eerste jaar 1x per half jaar te monitoren en vervolgens 1x per jaar gedurende de 2 jaar daarna);
• Bij voortdurende overlast opnieuw met de bewoners te zoeken naar passende oplossingen;

En gaat over tot de orde van de dag.

Margriet Twistering
Gert van Maurik
Tjitske Siderius

U bent hier