h

Aanvullende vragen bekendheid regelingen reïntegratie bij het bedrijfsleven en functioneren reïntegratiebureaus

6 juli 2006

Aanvullende vragen bekendheid regelingen reïntegratie bij het bedrijfsleven en functioneren reïntegratiebureaus

Op zaterdag 1 juli heeft de fractie van de SP schriftelijke vragen gesteld over de bekendheid van regelingen rond reïntegratie bij het bedrijfsleven en het functioneren van reïntegratiebureaus. Maandag 3 juli moest de fractie van de SP uit de krant vernemen dat de gemeente Zwolle de afspraken uit het convenant uit 2002 tussen het Rijk en de gemeente, waarin is afgesproken hoeveel werklozen via scholing en bemiddeling weer aan het werk worden geholpen, niet gaat halen. Het probleem is niet dat er niet genoeg trajecten zijn ingezet, maar dat de resultaten van deze trajecten bijzonder tegenvallen.

Dit heeft niet alleen nadelen voor de cliënt, het bedrijfsleven, maar ook voor de rijksbijdrage die de gemeente Zwolle kan verwachten. Hoeveel geld Zwolle misloopt is volgens de wethouder nog niet te zeggen, want er zijn volgens hem genoeg redenen om te stellen dat er niets te doen was tegen deze uitstroom. Onder andere gaat het om een slechte economische tijd, waarin de werkgelegenheid afnam. Ook noemt de wethouder dat er pas een serieus reïntegratiebeleid vanaf 2003 in Zwolle inwerking is getreden, pas een jaar nadat het convenant is gesloten.

De SP maakt zich ernstig zorgen over de lage uitstroom van het aantal reïntegratietrajecten. Daarbij gaat het ons niet alleen om de misgelopen rijksbijdrage, maar vooral ook om de cliënt. Voor cliënten is het vrij intensief om een reïntegratietraject te starten. Het geeft nieuwe kansen, maar brengt ook onzekerheid met zich mee. Wanneer de resultaten van de trajecten ronduit tegenvallen, is het de vraag of de gemeente Zwolle met haar gevoerde reïntegratiebeleid wel op de goede weg zit.

De fractie van de SP vindt het vreemd dat de gemeente Zwolle al afspraken maakt met het rijk, maar op dat moment nog geen serieus reïntegratiebeleid voerde. Een gang van zaken, die de SP sterk in twijfel trekt. In het kader van artikel 44 van het reglement van orde voor de gemeenteraad wil ik namens de SP aanvullende vragen stellen over de bekendheid van regelingen rond reïntegratie bij het bedrijfsleven en het functioneren van reïntegratiebureaus:

1. De wethouder geeft aan nog niet te kunnen zeggen hoeveel geld de gemeente misloopt vanuit het Rijk. Kan de wethouder een inschatting maken van de omvang van de rijksbijdrage die Zwolle kan verwachten met de resultaten die tot nu toe zijn geboekt? En zo ja, om hoeveel financiële middelen gaat het?
2. Het college geeft verschillende redenen om de lage uitstroom te verklaren. In dit rijtje wordt niet gesproken over het functioneren van de reïntegratiebureaus. Is het college van mening dat de lage uitstroom ook te maken heeft met de kwaliteit van het geleverde werk door de reïntegratiebureaus?
3. Welke consequenties heeft deze lage uitstroom voor de desbetreffende reïntegratiebureaus?
4. Er worden verschillende soorten trajecten aanbesteed bij de reïntegratiebureaus. Hieronder vallen zowel trajecten uitgaande van het principe ‘no cure no pay’, maar tevens trajecten, waarbij een reïntegratiebureau bepaalde producten uitvoert en zeker is van de betaling van de gemeente Zwolle. Hoe is de verhouding tussen dit laatste soort trajecten en de uitstroom van deze trajecten?
5. Hoe kijkt het college terug op het convenant dat is afgesloten met het Rijk in 2002, zonder dat er op dat moment sprake was van een serieus reïntegratiebeleid? En wat zijn de leerpunten voor het college hieruit?

Wij verzoeken u om deze vragen mee te nemen in de beantwoording van de reeds gestelde vragen over de bekendheid van regelingen rondom reïntegratie en het functioneren van reïntegratiebureaus.

Met vriendelijke groet,

Namens de SP-fractie
Tjitske Siderius

Schriftelijke vragen SP over bekendheid regelingen reïntegratie bij het bedrijfsleven en functioneren reïntegratiebureaus

U bent hier