h

Schriftelijke vragen uitbreiding crisisopvang

10 juli 2006

Schriftelijke vragen uitbreiding crisisopvang

De fracties van GroenLinks De Groenen, PvdA en SP maken zich ernstige zorgen over het gebrek aan plaatsen in de crisisopvang en zijn van mening dat inzetten op ambulante en preventieve maatregelen, hoezeer wij deze ook toejuichen, er voorlopig niet voor zullen zorgen dat de druk op de crisisopvang afneemt. Elke vrouw die vergeefs een beroep doet op de crisisopvang is er wat ons betreft een teveel.

Wij hebben geconstateerd dat vanwege de veiligheid van vrouwen de opvang buiten hun eigen regio plaatsvindt. Daartoe moet de opvang over heel Nederland evenwichtig verdeeld zijn. De GSB-gemeenten hebben echter geen afspraken met het rijk gemaakt over de benodigde capaciteitsuitbreiding. Een aantal steden is overgegaan tot uitbreiding, een aantal andere steden niet. De gemeente Zwolle heeft in 2005 aangegeven over te gaan tot uitbreiding als andere steden dat ook doen en besluit nu om niet uit te breiden. De conclusie is wat ons betreft een andere: er zijn een aantal steden overgegaan tot uitbreiding en ook Zwolle draagt die verantwoordelijkheid. Uit een landelijke inventarisatie van het aantal opvangplaatsen in verschillende regio's van het land, blijkt dat Zwolle niet aan de hoge kant zit. Bovendien verminderen extra plaatsen in Zwolle de landelijke druk op de opvang waar ook Zwolse vrouwen die elders opgevangen moeten worden baat bij hebben. Kortom, wij zien vooralsnog verbetermogelijkheden voor Zwolle en overwegen richting de najaarsbegroting 2007 extra geld te zoeken voor de benodigde opvang.

Hoeveel extra geld er nodig is voor de uitbreiding van de crisisopvang is ons, ondanks het overzicht dat wij van het college ontvangen hebben, tot op heden niet duidelijk geworden. Wij constateren dat in het overzicht van het college de kosten bij een uitbreiding met twee plaatsen veel meer stijgen dan de vrouwenopvang zelf beraamt.

Vandaar de volgende vragen:
1. Deelt het college de zorgen over het gebrek aan capaciteit van de crisisopvang?
2. Hoe zou het college de uitbreiding van de opvang gefinancierd hebben als de GSB gemeenten wel evenredig hadden uitgebreid?
3. Hoe verklaart het college het verschil in kosten beraamt door henzelf en door VOO?
4. Is het college bereid om in samenspraak met de vrouwenopvang eenduidige cijfers te presenteren van de uitbreiding per systeemplaats en deze aan de raad doen toekomen t.b.v. de najaarsbegroting 2007?

In afwachting van uw antwoord,
Met vriendelijke groet namens de fracties van GroenLinks/De Groenen, PvdA en SP,
Rana Berends
Eefke Meijerink
Tjitske Siderius

Opvang vrouwen uitbreiden (de Stentor)

U bent hier