h

Toelichting en vragen spoeddebat Oosterenkcomplex

23 maart 2007

Toelichting en vragen spoeddebat Oosterenkcomplex

Met de berichtgeving in De Stentor is de indruk gewekt dat het college iets te verbergen heeft. We zijn als raad constant bezig de burgers beter te betrekken bij de politiek en dit soort zaken werken hierbij sterk contraproductief. Alleen daarom al is het van groot belang een openbaar debat hierover te voeren, waarbij de raad haar controlerende taak kan uitvoeren en het college verantwoording aflegt over haar werkwijze en bedoelingen.

In dit debat staat niet de realisatie van het stadioncomplex ter discussie, maar de handelswijze en financiering van de gemeente, waarbij de vraag moet worden beantwoord of hier sprake is van staatssteun in de zin van artikel 87 en 88 van het EG-Verdrag. Er wordt bij deze vragen alleen geciteerd uit (inmiddels) openbare stukken. De fracties van de SP en VVD willen de volgende vragen aan het college voorleggen:

Oosterenk complex

1. Hoe groot is het risico, dat een door een taxateur vastgestelde waarde van € 627.000,-- voor 40.000 m2 kantoorruimte als niet-marktconform wordt aangemerkt? En hoe zit de constructie in elkaar waarbij de erfpachtcanon op € 0,00 is gesteld?
Toelichting: In het collegeadvies wordt gesteld dat er een onafhankelijke taxatie heeft plaatsgevonden van de grond. Uit een gemeentestuk blijkt echter dat een potentiële marktpartij hier in 2001 € 300,-- per m2 (€ 12 miljoen) voor over heeft. De gemeente hanteert voor de erfpachtsom per jaar 7% oftewel € 840.000,--, terwijl SOZ er aanvankelijk € 36.000,-- per jaar voor moest betalen. Ná het referendum werd dit bedrag op € 0,00 gesteld.

2. Hoe groot is het risico, dat € 6 á € 7 miljoen infrastucturele voorzieningen worden aangemerkt als kosten voor SOZ?
Toelichting: De gemeentebijdrage is maximaal € 10,2 miljoen. Minus € 2,6 mln voor Be Quick, minus € 0,8 mln onderhoudsbijdrage en een paar ton voor de omlegging van de Westerveldse Aa. Het bedrag dat overblijft (6 á 7 mln) zou voor infrastructurele voorzieningen worden gebruikt. Wanneer deze op het terrein van SOZ liggen, is SOZ hiervoor verantwoordelijk en niet de gemeente.

3. Wanneer en met welke stukken is de Raad op vorenstaande risico's attent gemaakt door B&W?

4. Wat zijn de gevolgen voor de ontwikkeling van het complex, als de Europese Commissie één of beide genoemde posten, t.w. 18 á 19 miljoen, als onverenigbare staatssteun aanmerkt en deze op SOZ moeten worden verhaald?

5. Op welke wijze kan de onderhoudsbijdrage aan FC Zwolle aanleiding zijn voor de Europese Commissie om deze post aan te merken als staatssteun?
Toelichting: in het advies wordt gesproken over risicovolle onderdelen, waaronder de tijdelijke onderhoudsbijdrage aan FC Zwolle die is opgenomen in de projectbegroting en de marktconformiteit van de bijdrage aan SOZ van 2,6 miljoen euro voor de aanleg van het sportpark voor onder andere Be Quick.

Margriet Twisterling (SP)
Piet van Dijk (VVD)

U bent hier